Algemeen Overleg 21-3: Van Rijn wil continuiteit jeugdzorg waarborgen
Gemeenten worden verplicht om de zorg die jongeren in 2014 hebben, helemaal over te nemen. De jongeren behouden hun zorg èn hun zorgverlener in 2015; het jaar waarin de jeugdzorg aan gemeenten wordt overgedragen. Hiermee is veertig procent van het over te hevelen jeugdzorgbudget gemoeid, zo meldt Binnenlands Bestuur.
Continuïteit zorg
Dit wordt wettelijk vastgelegd, zo heeft staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA, Jeugdzorg) op 21 maart jl. in een
spoedoverleg met de Kamer over de jeugdzorg
laten weten. Hiermee wordt de continuïteit van de zorg gewaarborgd, aldus de staatssecretaris.
Objectief verdeelmodel vanaf 2016
Van Rijn gaat ‘alles op alles’ zetten om gemeenten in de meicirculaire te informeren over de financiële en inhoudelijke kaders, maar stelde daarbij dat ‘een helse klus is’. Het macrobudget voor 2015 wordt in de meicirculaire 2013 vastgelegd en wordt gebaseerd op het huidige ‘zorggebruik’, minus de bekende efficiencykorting door het rijk. In de meicirculaire van 2014 wordt het macrobudget voor 2016 vastgelegd. Dat zal zijn gebaseerd op een nog te ontwikkelen objectief verdeelmodel. Het Centraal Planbureau (CPB) en Cebeon zijn daarmee bezig.
Na zomer Kamerbehandeling
De staatssecretaris hoopt het wetsvoorstel in de loop van april voor te kunnen leggen aan de Raad van State. Voor de zomer kan het dan naar de Kamer worden gestuurd. Van Rijn hoopt ‘op een snelle en adequate behandeling door de Tweede en Eerste Kamer’.
Kritisch rapport
De staatssecretaris moest bij de Kamer op het matje komen vanwege het
kritische rapport over de voortgang van de decentralisatie jeugdzorg
. De Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) stelde eind vorige maand in haar eerste rapportage dat de afgelopen twee jaar onvoldoende voortgang is geboekt. De kaderstelling vanuit het rijk laat op zich wachten, de meeste gemeenten zijn nog in de fase van visieontwikkeling en de continuïteit van de zorg is onvoldoende geregeld. De rapportage was voor de Kamer een ‘ wake-up call’, zo werd tijdens het debat duidelijk.
Kamerbrede zorgen
De zorgen over de voortgang en de angst voor discontinuïteit van de zorg aan kinderen leven Kamerbreed. Ook wil de Kamer heel snel duidelijkheid over de financiële en inhoudelijke kaders voor gemeenten. Een aantal fracties dringt om deze redenen aan op uitstel. Een Kamermeerderheid wil dat niet. Wel moet de staatssecretaris sterker dan nu de regie op het dossier voeren.
Uitstel onvermijdelijk
CDA, SP en PVV vinden uitstel onvermijdelijk. ‘Gemeenten hebben geen idee wat er op hen afkomt. Ze weten niet om hoeveel jongeren het gaat en hoeveel geld er in om gaat’, betoogde CDA-Kamerlid Mona Keijzer. Het CDA heeft een motie achter de hand, waarin het kabinet wordt gedwongen de transitie met in ieder geval een half jaar uit te stellen. Ook SP-Kamerlid Renske Leijten pleitte voor uitstel, maar noemde geen termijn. PVV-Kamerlid Fleur Agema vindt dat de decentralisatie op de lange termijn moet worden geschoven.
Druk op ketel houden
Het leek er even op dat ook de VVD voor uitstel zou kiezen, maar de toezeggingen van de staatssecretaris over onder meer snelle duidelijkheid voor gemeenten, hebben de liberalen vooralsnog gerustgesteld. Ondanks grote zorgen bij PvdA, D66, GroenLinks, ChristenUnie (CU) en de SGP willen de fracties vasthouden aan 2015. 'Het is vijf voor twaalf, maar kinderen en gezinnen verdienen een betere aanpak’, aldus PvdA-Kamerlid Loes Ypma. ‘Uitstel is juist nu geen goed signaal naar partijen en gemeenten die druk bezig zijn met de voorbereidingen’, stelde D66-Kamelid Vera Bergkamp. ‘Hou de druk op de ketel’, stelden zowel Joël Voordewind (CU) als Kees van der Staaij (SGP).
Verantwoorde overdracht
Volgens staatssecretaris Van Rijn is het nog steeds ‘realistisch en mogelijk’ om de jeugdzorg op een verantwoorde wijze per 2015 aan gemeenten over te dragen. ‘Als het niet verantwoord blijkt te zijn, zal ik de eerste zijn die daarover aan de bel zal trekken’, aldus Van Rijn. In juni komt de TSJ met haar tweede rapportage. Zij werkt momenteel tevens aan een ‘stelselmeter’, waarin de voortgang met stoplichtkleuren wordt aangegeven. In juni komt de commissie met haar tweede voortgangsrapportage.
Bron:
Binnenlands Bestuur